In deze vitrines zie je een voorbeeld van hoe de Eerste Wereldoorlog de overgang vormt tussen primitieve en moderne oorlogsvoering. Soldaten droegen vaak knuppels bij zich die erg middeleeuws aandoen en die van pas komen bij lijf-aan-lijfgevechten. Ook steekwapens zoals dolken en messen blijven in gebruik. Tijdens de Slag bij Passendale worden de Duitse bunkers één voor één ingenomen tijdens man-tegen-mangevechten. Steekwapens naast geweer- en handgranaten, komen daarbij goed van pas. Dankzij de ontwikkeling en evolutie van munitie verbeteren ook de automatische wapens. Verschillende fabrikanten bouwen machinegeweren die tot 600 kogels per minuut kunnen afvuren, over steeds grotere afstand. De oorlog wordt zo anoniemer, klinischer en mechanischer. Mitrailleurs krijgen soms tot de verbeelding sprekende namen zoals the devil’s paintbrush, het penseel van de duivel.