Dit leeuwenkopje staat symbool voor het bombardement op Zutphen op 14 oktober 1944, aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.Geallieerde vliegtuigen wilden de brug over de IJssel bombarderen. Om zo de Duitse munitietransporten te belemmeren naar het westen te reizen. De brug werd echter nauwelijks getroffen. De noordwestelijke binnenstad des te meer. Bijna honderd mensen lieten het leven. Er waren honderden gewonden en enorme verwoestingen in een groot deel van de stad. Het gebombardeerde stadsdeel lag rondom het station. Dat brengt ons bij het leeuwenkopje. Het is onderdeel van de fontein die sinds 1890 op het stationsplein stond. De fontein stelde een Atlas-figuur voor, in de volksmond ‘Manus’ genoemd. Door zijn plaatsing, met de billen naar de aankomende reizigers, was niet iedereen blij met de keuze voor dit beeld. In de lokale krant sprak men er schande van. De gemeenteraad besloot officieel om zijn 'gansche naaktheid' af te schermen met een rij coniferen. Toen die later werden omgehakt, begon de discussie opnieuw. Bij het bombardement kreeg de fontein een voltreffer. Er bleef niet veel van over. Dit leeuwenkopje is na het bombardement door een jongen uit het puin opgeraapt en bewaard. In 2012 is het leeuwenkopje door zijn zoon aan het museum in bruikleen gegeven.De stationsomgeving werd na de oorlog opnieuw ingericht en er kwam zelfs een heel nieuw station. Manus keerde echter niet terug.
De Musea Zutphen – het Stedelijk Museum Zutphen en het Museum Henriette Polak - zijn gehuisvest in het 17e-eeuwse stadspaleis het Hof van Heeckeren. Geschiedenis, cultuurhistorie, beeldende kunst en actualiteit komen hier op verrassende wijze samen.