Puck en Gé deelden samen een badkamer. Allebei konden ze die vanuit hun kamer bereiken. De zussen hadden ieder hun eigen wastafel en hadden verder de beschikking over een bad met een handdouche, over een bidet, en over een verwarmd handdoekenrek. De badkamer is nog precies zo als hij bij de bouw is opgeleverd. De turkoise tegeltjes komen ook voor in de Van Nelle fabriek, waar vader directeur was. Misschien is er gebruik gemaakt van restpartijen, maar aannemelijker is dat Albertus Sonneveld deze kleur zo mooi vond, dat hij die ook in zijn eigen huis wilde hebben. Grappig zijn de tegeltjes op de vloer. Dergelijke tegeltjes - met holle en bolle kanten - waren in de jaren ’30 eigenlijk wat ouderwets. Langs de randen van de badkamer bracht de architect natuurstenen platen aan. Daaronder zijn alle leidingen weggewerkt. Niet alleen de zusjes maakten gebruik van deze badkamer. Een enkele keer sliepen er logé’s, in de logeerkamer aan de overkant van de gang. Deze gasten mochten ook van de badkamer gebruik maken. Zij konden erin via het toilet dat aan twee kanten een deur heeft. Om ongestoord te kunnen badderen en onverwachte confrontaties te voorkomen moest je dus heel wat deuren op slot doen. Bovendien moest je, zoals een vriendinnetje van Gé zich herinnerde, al die deuren ook weer ván het slot doen. En juist dát vergat je nogal eens.
Huis Sonneveld is een van de best bewaard gebleven woonhuizen in de stijl van Het Nieuwe Bouwen. De vrijstaande villa uit 1933 werd ontworpen door architectenbureau Brinkman en Van der Vlugt in opdracht van Albertus Sonneveld, een van de directeuren van de Van Nellefabriek.