Achter deze deur zit het expansievat, dat nodig was om de druk van het water op peil te houden. Via de andere deur komt u buiten op het dakterras. Stel u zich voor hoe vanaf deze plek gekeken kon worden naar de Maas. Nu wordt de blik belemmerd door ziekhuis Dijkzicht, maar aan het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw had je hier een weids uitzicht. Museum Boijmans Van Beuningen was in aanbouw, er ontstond een villaparkje met huizen voor welgestelde Rotterdammers, maar verder was het een grote open ruimte. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was dit een plek waar mensen heen vluchtten tijdens de bombardementen. Het verhaal gaat dat mevrouw Sonneveld zo vriendelijk was om de gedupeerden die zich daar verzameld hadden koffie te brengen. Daarvoor gebruikte ze niet haar goede servies, maar liet uit de kelder oude kopjes komen – je wist immers maar nooit wat er mee zou gebeuren. Rotterdam mocht dan in puin liggen, mevrouw Sonneveld kreeg ieder kopje ongeschonden terug. Op het platte dak staat behalve het mooie, strakke huisje dat plaats biedt aan de top van de trap en het expansievat, een vernuftig windscherm. De twee zijschermen zijn draaibaar zodat optimaal uit de wind en in de zon gezeten kon worden.
Het volgende verhaal van deze tour, nummer 18, gaat over de de dienkamer. Gaat u daarvoor één verdieping naar beneden, naar de eerste verdieping. De dienkamer bevindt zich schuin tegenover de trap.
Huis Sonneveld is een van de best bewaard gebleven woonhuizen in de stijl van Het Nieuwe Bouwen. De vrijstaande villa uit 1933 werd ontworpen door architectenbureau Brinkman en Van der Vlugt in opdracht van Albertus Sonneveld, een van de directeuren van de Van Nellefabriek.