Iedere dienstbode had een eigen slaapkamer met daartussen de badkamer, net als bij de kamers van de dochters. De dienstbodekamers waren iets minder chique dan die van de dochters – ze zijn wat kleiner, en ze hebben wat eenvoudiger bedden, maar verder is het verschil niet groot. Ook hier de spiegel met de lampjes aan weerszijden, een klok, een radio en een huistelefoon. De badkamer heeft voor ieder meisje een eigen wastafel, een flink bad en een handdoekenrekje met verwarming. Meneer Sonneveld was van mening dat ‘iedereen onder dit dak dezelfde woonomstandigheden moest hebben’. Over deze luxe voor het personeel werd destijds gesproken in het Rotterdamse. Na de avondthee konden de dienstbodes zich terugtrekken op hun eigen kamer, om er naar de radio te luisteren of brieven te schrijven. Ze hadden geen eigen telefoon. Op dagen dat ze vrij waren – op woensdagavond en eens in de 2 weken op zondag - moesten ze om 22.00 uur binnen zijn. Een van de diensbodes, mevrouw Jeanne Schreuder, vertelt dat als haar vriend haar op de fiets had thuisgebracht, mevrouw Sonneveld vanachter het gordijn in de linnenkamer stond te kijken om te controleren of ze wel op tijd was. Ze was een strenge en veeleisende bazin. Meneer Sonneveld was echter, volgens mevrouw Schreuder, ‘een schat van een man.’ Dit is het einde van uw bezoek aan Huis Sonneveld. Bij de balie in de hal kunt u uw audio speler inleveren. Daar kunt u als u wilt het gastenboek tekenen. We hopen dat u genoten heeft van Huis Sonneveld! U hoorde de stem van Koos Postema, de teksten zijn geschreven door Fieke Tissink, Judikje Kiers en Epco Runia in samenwerking met Barbara Laan, de projectleider van het huis.
Huis Sonneveld is een van de best bewaard gebleven woonhuizen in de stijl van Het Nieuwe Bouwen. De vrijstaande villa uit 1933 werd ontworpen door architectenbureau Brinkman en Van der Vlugt in opdracht van Albertus Sonneveld, een van de directeuren van de Van Nellefabriek.