Een vuistbijl en twee schrapers… Deze twee types werktuigen komen de neanderthalers uitstekend van pas tijdens hun jachtpartijen, die soms meerdere dagen duren, in gebieden op een afstand van enkele dagtochten van het basiskamp. Ze zijn geschikt om er de jachtbuit ter plaatse mee te verwerken. Je kunt er dieren mee villen, ze van hun ingewanden ontdoen en in kleinere stukken snijden. In het basiskamp zal de jachtbuit dan verder worden verwerkt. Zowat 50.000 jaar geleden leven er voor het laatst neanderthalers in onze streken. Daarna wordt het opnieuw te koud. Pas vijftienduizend jaar later leven hier opnieuw mensen: de homo sapiens, onze voorouders. Zij hebben de neanderthalers dus nooit ontmoet in deze regio. Elders in Europa is dat wél het geval en is er sprake van vermenging, maar op zeer beperkte schaal. Ons DNA is wel voor 99,5% identiek aan dat van de neanderthalers. Dat komt omdat we gemeenschappelijke voorouders hebben.