Kijk eens goed rond in deze zaal. Ik zie veel hout. En in het midden een rij dikke bomen. Eigenlijk wilde het museum nog dikkere bomen zetten, en zelfs echte: maar die pasten niet in de lift… In de vitrine hier liggen bijlen. Landbouwers hebben ze nodig, want die dikke bomen en bossen, die moeten weg. Waarom? Wel, anders heb je geen weiden voor je vee. Of akkers voor het graan. Met bijlen als deze hakten mensen dus bomen om, eiken en lindes. En met het eikenhout bouwden ze hun boerderijen. In de zaal zie je een man die aan het hakken is. Vind je hem? Misschien staat hij een beetje verborgen achter zo’n boom… Nu hoor ik jou denken: met déze bijlen grote bomen omhakken? Kan dat? Ja, maar de bijlen waren stevig vastgemaakt aan houten stelen, met touw en een soort lijm. Die stelen zijn niet bewaard. We hebben in België duizenden van deze gladde, glanzende bijlen teruggevonden! Op de voeltafel ligt er één. Voel straks maar even hoe glad. Ik heb er zelf ook enkele gevonden. Ik vind ze erg mooi, zeker de hele grote in gekleurde soorten steen. Zie je die? Misschien vonden de boeren zesduizend jaar geleden ze ook mooi. Misschien wel té mooi om zomaar te gebruiken… Dat zou best kunnen, want op veel bijlen is geen krasje te zien. Vreemd, toch?