We hadden het op ons parcours al enkele keren over grote veranderingen en spectaculaire evoluties. Tegelijk zijn er ook dingen die blijven, bijvoorbeeld in het huishouden. Voor de meeste mensen gaat het dagelijks leven gewoon voort, ook al zijn de tijden woelig en zijn er bijvoorbeeld conflicten om de schaarse vruchtbare grond. Rechts in de vitrine zie je spinschijven waarmee vrouwen draden maken van plukken schapenwol, en ook weefgewichten om de draden van een weefgetouw strak te spannen. Dergelijke voorwerpen dateren is moeilijk. Precies omdat ze zo lang in gebruik zijn gebleven. Op onze tijdreis zijn we intussen aanbeland in de laatste eeuwen voor onze tijdrekening. Het is de periode waarin er stilaan sprake is van de Eburonen. Limburg is het hart van hun leefgebied, dat zich uitstrekt tot de Ardennen en de Schelde. Ze leven verspreid in groepen en groepjes. De kleinste kern bestaat uit twee tot vier families. Die vormen soms grotere streekgroepen, met eigen krijgers. Deze groepen, groot of klein, vormen samen een civitas, een gemeenschap, met vermeende gemeenschappelijke voorouders en dezelfde beschermgoden. De belangrijkste leden van al die groepen en groepjes komen regelmatig samen om - onder leiding van elitefiguren - politieke beslissingen te nemen. Aan het hoofd van de Eburonen staan twee koningen. En een van die koningen is rond 60 voor Christus Ambiorix.