In Romeins Tongeren werken veel ambachtslui. Deze mannen verwerken metaal en maken aardewerk, en er zijn ook leerlooiers, been- en hoornbewerkers. Met hún werk hebben deze runderbeenderen alles te maken. Want zij werken in de eerste plaats met dierlijk materiaal: huiden van runderen waarmee je riemen, kleren en schoenen maakt. Botten om er naalden, lepels en spelschijfjes van te maken. Hoorns voor lepels of kammen, en natuurlijk het vlees. Alles wat eetbaar is, wórdt ook gegeten. En met het merg uit de beenderen maakt men lampolie, zeep, medicijnen… De meeste ambachtsmensen werken in bijgebouwtjes en ook wel in de openlucht: in achtertuinen van woningen, op braakliggende gronden aan de rand van de stad... Velen van hen werken als zelfstandigen voor zakenlui, die óók in de stad wonen, toch gedurende een deel van het jaar. Wie rijk is, bezit daarnaast een of meer villa’s op het platteland, met landbouwgrond. Met de opbrengsten daarvan wordt de elite nog rijker. Nog even terug naar onze runderen. Die worden in de stad zelf verkocht en geslacht, maar men kweekt ze op de armere zandgronden in de Kempen en mest ze vet in de vallei van de Maas. We denken toch dat het zo is gegaan.
Ontdek het veelzijdige verhaal van de mens in de regio Limburg: van de prehistorie tot het einde van de Romeinse tijd. Maak kennis met de grote omwentelingen en kijk naar meer dan 2000 objecten uit de eigen collectie, mooi uitgelicht en gepresenteerd in een verrassende scenografie van Niek Kortekaas en De Gregorio & Partners