We trekken naar Donk, op het vruchtbare platteland. Daar stond in de Romeinse tijd een villa. Op die plek hebben archeologen deze scherven aangetroffen. Het aardewerk is niet met een draaischijf gemaakt, maar met de hand. Dat riep vragen op: was dit dan prehistorisch aardewerk, van vóór de Romeinen naar onze streken kwamen? De baktechniek, de versiering en de gebruikte kei leken dat te suggereren... De microscoop bracht een verklaring. Sommige scherven bevatten steengruis en mineralen die alleen voorkomen in Noord-Duitsland, Noord-Nederland en het Baltische gebied. Dit is… Germaans aardewerk! Ook de vormentaal komt daarmee overeen. Door deze ontdekking werd de vondst meteen belangrijker: dit aardewerk is een van de oudste bewijzen dat mensen van Germaanse oorsprong al in de Romeinse tijd, de vierde eeuw, in onze streken woonden. En dat ze aardewerk hadden meegebracht. De villa moet toen al verlaten zijn geweest en er stond een Germaans woonstalhuis. Ze lag even ten noorden van de grote Romeinse weg die van Keulen over Tongeren naar het huidige Noord-Frankrijk liep. Waarschijnlijk waren de Germanen Franken uit de streek ten noorden van Keulen.