Deze Japanse schildering op zijde geeft ons een inkijkje in de handelspost Deshima, gelegen in de baai van Nagasaki. Op dit minuscule eilandje –ter grootte van de Dam in Amsterdam– mocht de VOC 150 jaar lang als énige buitenlandse onderneming handel drijven met Japan. Eén keer per jaar konden Nederlandse schepen hier aanleggen. Alleen in uitzonderlijke gevallen mochten Japanners het eiland betreden; en omgekeerd mochten Nederlanders alleen onder zeer specifieke omstandigheden het eiland verlaten. Deshima was voor Japanners hét venster op de westerse wereld. De schildering toont de Nederlandse handelspost buiten het handelsseizoen want we zien vooral veel vrijetijdsbesteding. Dat lijkt een bewuste keuze van de kunstenaar want juist hierin verschilde de Nederlandse cultuur sterk met die van Japan. Zo wordt links op de voorgrond een soort badminton gespeeld. En in de middelste kamer boven vormen een cellist, een harpist en een violist een Europees klassiek ensemble. Midden vooraan zien we twee Nederlanders die elkaar begroeten door de hoed af te nemen. De Nederlanders worden uniform afgebeeld met een wit gezicht, lang roodkleurig haar en grote hoekige neuzen; eigenlijk net zo stereotiep als Europeanen destijds mensen uit Afrika en Azië afbeeldden. De donkergekleurde personen in de schildering zijn de Javaanse dienaren van de Nederlanders.
Het Scheepvaartmuseum laat zien hoe sterk de maritieme wereld en de samenleving verbonden zijn en specifiek welke impact dit heeft op het leven van zoveel individuen. De collectie van Het Scheepvaartmuseum is één van de grootste en meest vooraanstaande maritieme collecties ter wereld met circa 400.000 objecten, waaronder schilderijen, scheepsmodellen, navigatie-instrumenten en wereldkaarten. Ontdek 500 jaar Nederlandse maritieme geschiedenis en ervaar hoe sterk deze verbonden is met de samenleving van vandaag en van de toekomst.